featured-image
Marieke Drost foto: Frank Kouws

Waarom werkt de drieslag?

Marieke Drost (wetenschapsjournalist) en ik werken soms samen. Allebei geven we training in presenteren. Storytelling voor grote en kleine slimmeriken (promovendi, hoogleraren, artsen, academici, juristen).

Wij geloven allebei in de 3 slag. Deel je verhaal op in drieën. In drie blokjes. Die structuur werkt.

Vanochtend mailde Marieke me dit:

Hoi Anne, kijk, jouw voorkeur voor drieslagen wordt gedeeld door journalisten: 

http://training.npr.org/audio/you-asked-how-do-you-tell-a-story-in-3-acts/

groetjes  Marieke

Yes! Heel leuk dat je me dit stuurt. Soms vragen mensen om een wetenschappelijke onderbouwing ervan.. en dan staat Annetje een beetje met haar mond vol tanden…. Ik snap dat het werkt, maar waarom….? Leuk om hier een keer iets over te schrijven misschien voor jou. Of wij samen. Want die drieslag is voor zoveel mensen behulpzaam! Anne

Hey Anne Leuk! 

Tja, wetenschappelijke onderbouwing.. het is geen rocket science denk ik. Zoals in het stuk staat: The statistician George Box used to say about economic models that “all models are wrong, but some are useful.” It’s the same thing with structure. 

Ik denk dat het mooie van de drieslag (en sommige andere veelgebruikte vertelstructuren) is dat het werkt omdat het zo’n veelgebruikte structuur is. Mensen herkennen die meteen, gaan daardoor vanzelf mee in de flow, hoeven niet na te denken over structuur, maar kunnen zich helemaal op de inhoud richten. (Dat zeg ik nu ook in mijn trainingen). Misschien dat als onze literatuur/journalistiek/etc altijd in vierslagen of vijfslagen was uitgevoerd, dat we dan vaker daarmee zouden werken:) 

Maar het is natuurlijk ook weer waar dat drie punten gewoon super makkelijk te onthouden zijn. En twee te weinig zijn voor een spanningsboog. Misschien moet ik toch maar eens in de wetenschappelijke literatuur duiken 🙂 

groetjes Marieke

 

 

Lees ook

featured-image
foto: Frank Kouws
Help… een pitch!

Pitchen is kort en bondig iets vertellen zodat anderen nieuwsgierig worden. Naar jou en naar wat je te zeggen hebt. Dat lijkt simpel. Maar het is best moeilijk om het simpel te houden. Vooral omdat je zo veel te vertellen hebt over je onderwerp. En echt: je publiek kun je al in één minuut helemaal […]

lees verder
featured-image
Toen zei ik niets

Twee jaar duurde het en ik zweeg. Tegen hem, tegen mijn klasgenootjes, tegen mijn ouders. Ik was negen en droeg een tuinbroek. Daarin had hij niets te zoeken. Ik gruwelde van zijn zachte handen, weke lippen en zijn grijze baard. Deze leerkracht – nota bene het hoofd van mijn lagere school – bracht mij (alleen […]

lees verder
featured-image
Zegt hij, hij zegt

Er zijn vertellers die letterlijk citeren wat zijzelf én wat de ander heeft gezegd. Misschien is dat belangrijk om het verhaal precies genoeg te kunnen vertellen. Ik denk dat de spreker de situatie voor zich ziet. Een voorbeeld: “Ik was met Kees mee naar het ziekenhuis voor zijn uitslag. Auto in de parkeergarage en ik […]

lees verder