Hoe een oratie tot leven kwam – oratiecoaching
- geplaatst door Anne in
- Algemeen
- 04-09-2025
Begin dit jaar zat ik aan tafel met Ronald.
Ronald is KNO-arts, hoogleraar, scherp van geest en vastberaden om zijn oratie niet zomaar een praatje te laten zijn, maar een verhaal dat raakt. Eén oratie waar over nagepraat wordt. Hij wilde geen opsomming van feiten of een opsmuk van dia’s.
Hij wilde spreken met overtuiging, met eigenheid. En dat vroeg om voorbereiding, aandacht, en soms een beetje tegenkracht.
We begonnen in februari en werkten in vijf sessies toe naar juni. De oratie kwam stap voor stap tot leven, in mijn studio en aan de telefoon. Ronald schreef, ik luisterde. Ik stelde vragen, hij schrapte. We maakten filmpjes, lachten, schoven met zinnen, oefenden met kaartjes op stevig papier.
Er werd gezocht, geprobeerd, gewikt, gewogen. En steeds weer: terug naar zijn structuur.
Een greep uit wat ik deed:
- De stok achter de deur zijn
- PowerPoint? Liever niet…
- Mee schrappen: ik zei “het is wel een heel rijk verhaal…”
- Suggesties doen voor interactie en een ander vertelritme
- Feedback geven op inhoud, op toon, op wat níet gezegd wordt
- Prikkelen en bemoedigen
- Af en toe dwarsliggen: “Is dit wat jij echt wil zeggen?”
- Kaartjes maken, snijden, oefenen, filmen, terugkijken
- Kleine herinneringen meegeven (clipjes gemaakt) tastbaar en digitaal
Langzaam maar zeker vond Ronald zijn vorm. Zijn toon. Zijn verhaal. Op de dag zelf zat ik in de zaal. En ik voelde hoe hij aan stond. Voluit sprak. Met humor, met gelaagdheid, met plezier.
En ja, hij kreeg een staande ovatie. Dat zegt genoeg.
Hieronder zie je een korte impressie van het proces (en van de pret onderweg):
Ronald Pennings schrijft na afloop:
‘Stap voor stap trok Anne mij uit mijn comfort zone: achter de katheder vandaan, rondlopend met een headset, spelend met de woorden zonder PowerPoint en zonder ‘ik neem jullie mee’ te gebruiken. Het werd een persoonlijk prikkelend verhaal en met de hulp van Anne ben ik er trots op dit visitekaartje te hebben mogen afgeven.’
Groetjes,
Ronald
Misschien herken je iets in dit verhaal als toekomstige hoogleraar
Misschien sta jij binnenkort zelf op dat podium, met een hoofd vol gedachten en een hart dat wil spreken.
Als je het fijn vindt om samen te zoeken naar woorden die kloppen en een vorm die bij jou past, weet dan: je hoeft het niet alleen te doen.
Je bent welkom om contact op te nemen.